maandag 23 februari 2009

Oogcontact maken hoe doe je dat?

De vorige post behandelde het onderwerp winnen en vasthouden van de aandacht van het publiek. Een van de hulpmiddelen die je daarbij hebt, is oogcontact. Door oogcontact krijgt het publiek het gevoel dat je met elk van de aanwezigen persoonlijk spreekt.

Wat doe je wel?

Als je een seconde of 2 focust op één persoon in het publiek is het meestal zo dat deze persoon zal knikken of lachen als respons. Het lijkt wel alsof hij zich daartoe min of meer verplicht voelt. Zeker in het begin van je presentatie is dit een goed middel om contact op te bouwen. Ben je eenmaal een eind gevorderd dan geeft de respons informatie over het al dan niet succesvolle verloop. Krijg je signalen dat het publiek je volgt of zitten mensen bedenkelijk te kijken? Door meteen in te spelen op die reacties en aangeeft dat je bedenkelijke gezichten ziet in de zaal, geef je het publiek de kans om te reageren. Maar nog belangrijker, het publiek voelt zich gehoord en weet dat jij in hen geïnteresseerd bent. Je blijft in contact.

Wat doe je niet?
Als je met je ogen te veel bezig bent met de tekst dan loop je het risico dat het publiek denkt dat de tekst belangrijker is dan communiceren met hen. Ook kijken naar een scherm achter je verbreekt volledig het contact met de zaal. Helaas komt dit nog veel voor. Een vast punt zoeken achterin de zaal, zodat je als het ware over de hoofden heen kijkt, is ook geen goede methode. Wanneer je met een vriend of collega praat, dan kijk je toch ook niet over zijn schouder naar een plek achter hem? Elkaar in de ogen kijken geeft persoonlijk contact en dat is wat je wilt, ook als je presenteert!

dinsdag 17 februari 2009

Contact maken met het publiek

Het publiek beoordeelt nog voordat je begint met praten. Vaak gebeurt dat onbewust. Hoe zorg je er nu voor dat het publiek tot een positieve conclusie komt, hoe verover je het toneel en maak je het tot jouw arena?

Om te beginnen is het goed om jezelf in de juiste stemming te brengen en te zorgen dat je je comfortabel voelt voor het publiek. Als jij je comfortabel voelt, kom je ook zo over. Neem een situatie in gedachten waarin je je ontspannen voelt, bijvoorbeeld thuis of bij vrienden. Hoe zien je bewegingen eruit, hoe is je lichaamstaal? Oefen (voor de spiegel of op camera) de ontmoeting met je publiek en gebruik dezelfde lichaamstaal. De volgende stap in de voorbereiding is onderzoeken welke emoties je zelf hebt met het onderwerp, waar zit je passie? Publiek wil enthousiasme zien, alleen dan blijven ze luisteren en is de kans groot dat zij de boodschap onthoudt. Je bent in de juiste stemming, straalt passie uit, dan is nu de vraag hoe krijg en houd je de aandacht? Om deze vraag te beantwoorden kun je weer een voorbeeld uit je eigen omgeving nemen. Hoe maak je contact met de mensen om je heen als je iets te zeggen hebt, hoe trek je de aandacht van iemand die een boek leest, wat zeg je, wat doe je? De boodschap (inhoud) en houding (vorm) bepalen of je succesvol contact maakt. Wat zeg je tegen je publiek, hoe zeg je het en hoe sta je erbij?
De voorgaande stappen bepalen in grote mate jouw contact met het publiek en zijn vooraf te oefenen. De laatste stap vindt deels plaats op het moment zelf. Wanneer je ontspannen voor het publiek staat, krijg je gedurende de presentatie ruimte om naar hen te luisteren door goed te kijken. Op de gezichten van de mensen valt hun emotie af te lezen. Wanneer je daarop weet te reageren, krijgt het publiek het gevoel dat je met ieder van hen persoonlijk praat. In de presentatie kun je retorische vragen verwerken en tekst opnemen waarmee je het publiek direct aanspreekt. Wacht na zo’n uitspraak steeds even om te kijken of “het kwartje valt” voordat je doorgaat, zodoende voelt het publiek dat je naar hen luistert.

zaterdag 14 februari 2009

Hoe de wijsheid van Aristoteles helpt om overtuigend te zijn

Aristoteles bedacht 2300 jaar geleden de basisprincipes van een overtuigende presentatie; logos, ethos en pathos. Na al die jaren bieden deze principes nog steeds het beste handvat om een verhaal op te bouwen en er kleur in aan te brengen. Logos is een vast element in elke presentatie. De keuze voor ethos en pathos hangt af van de mate waarin je een argument kracht bij wilt zetten en of je bij de toehoorder een emotie wilt oproepen.

Logos – structuur en argumentatie
Door structuur aan te brengen met een opening, middenstuk en slot bied je de luisteraar helderheid. Het verhaal wordt onderbouwd met logische argumenten, die kunnen bestaan uit voorbeelden, anekdotes, cijfermateriaal of verklaringen met een oorzaak en gevolg relatie.
Het soort argument dat je gebruik is afhankelijk van de specifieke situatie en het specifieke voorstel. Stelregel is, gebruik één soort argument als onderbouwing voor één vraag.

Barack Obama weet als geen ander te zijn betogen helder te structureren. In zijn opening geeft hij aan welke zaken hij zal behandelen. Woorden herhalen en vragen stellen, zoals “what is the promise?”, bieden structuur aan de luisteraar.

Ethos – eigen kwaliteiten, expertise en geloofwaardigheid als persoon
Om de kracht van je argumenten kun je je autoriteit op een bepaald gebied te laten blijken, maar het is handig om autoriteit niet als enige argument te gebruiken. Onpartijdigheid of het gebrek aan eigenbelang werkt ook versterkend. Obama is in zijn speeches niet uitgesproken zwart of wit, hij profileert zich dus niet als een radicale zwarte leider. Wat Obama ook niet doet, is zijn tegenstanders aanvallen (hoeveel aanleiding McCain daar ook voor gaf). Hij blijft bij zijn eigen verhaal en presenteert zijn boodschap positief.
Bij ethos gaat het om het beeld dat de toehoorder van je vormt en dat heb je natuurlijk het liefst zo positief mogelijk.

Pathos – de emoties van het publiek
Emotionele argumenten blijken een sterker overtuigingsmiddel te zijn dan rationele argumenten. Naast feitelijke informatie is het dus goed om emoties te verwoorden. Een gemakkelijke manier hiervoor is door voorbeelden te geven, een verhaal te vertellen, waarin je zo concreet mogelijk bent. Geef beschrijvingen waar het publiek in mee kan gaan. In onze taal zijn veel stijlmiddelen om emotie bij het publiek teweeg te brengen. Het is zeer aan te raden je hierin te verdiepen en ze te gebruiken.

Tot slot nog een voorbeeld van Obama die het stijlmiddel alliteratie, het verbinden van woorden en ideeën via klank of herhaling, mooi gebruikt: “divisions and distractions and drama that passes for politics”.