vrijdag 4 december 2009

De media en omgaan met lastige vragen

Ga nooit in discussie met een interviewer, maar zorg dat je in je eigen antwoord voorbarige conclusies of verkeerde opvattingen rechtzet. Het komt niet goed over als je een vraag totaal negeert of een antwoord geeft dat niet ingaat op de vraag. De interviewer zal de vraag gewoon opnieuw stellen. Hou je antwoorden kort, het liefst zo’n 30 seconden. Een gemiddeld antwoord bestaat dan uit maximaal 4 zinnen. Hou na het geven van je antwoord je mond, het is de taak van de interviewer om stiltes te doorbreken en een nieuwe vraag te stellen. Bedenk van te voren een aantal vragen van het type “lastig” en bereid een passend antwoord voor.

Mogelijke antwoorden op 4 soorten lastige vragen:

Suggestieve vragen hebben vaak een negatief element en beginnen met “vindt u ook niet dat..”. Herhaal de vraag niet maar zet een stevige ontkenning neer “ik ben het daar niet mee eens” en geef kort jouw mening.

Gesloten vragen
kun je alleen met ‘ja’ of ‘nee’ beantwoorden. Wees alert op dit soort vragen en laat je niet dwingen tot een ja of nee. Een mooie start voor een antwoord is “was het antwoord maar zo eenvoudig, ….”.


Hypothetische vragen beginnen vaak met “stel dat….”. Het enige juiste antwoord op zo’n vraag is “ik vind het zinloos om in te gaan op hypothetische gevallen, die situatie is nu niet aan de orde”.

Persoonlijke vragen
in de trant van “wat vindt u er persoonlijk van?” beantwoord je niet. Geef gewoon aan dat jouw persoonlijke mening er in dit geval niet toe doet.


Een vraag waarin een mening van de interviewer doorklinkt, maar die op zich juist is, kun je herhalen maar de sterke woorden erin afzwakken. Een andere methode is het gebruik van de U-bocht door te reageren met “zo kunt u er ook tegenaan kijken, maar…”.

Geen opmerkingen: